De meeste liefhebbers van Zuid-Frankrijk karren graag direct door naar het Zuiden, terwijl er in Midden-Frankrijk ook een hoop moois te ontdekken valt. Het is tijd om van de reis een bestemming te maken en te genieten van al het moois dat midden-Frankrijk te bieden heeft. Maar dan moet je natuurlijk wel weten waar je dat het beste doet. De komende weken nemen we je mee langs de leukste stops voor langzaam afzakken naar het zuiden. Vandaag: langs de oevers van de Saône met stops in Chalon-sur-Saône, Tournus en Mâcon.
Chalon-sur-Saône
De volgende etappe van onze tocht zuidwaarts volgt de rivier de Saône. Een eerste stop is heel goed mogelijk in Chalon-sur-Saône, een stadje in de zuidelijke Bourgogne met een klein maar gezellig centrum. Bezoek de kathedraal op Place Saint-Vincent en vergeet ook niet om even naar het kleine eiland in de rivier, .le Saint-Laurent, te wandelen. Hotel le Saint-Georges, vroeger Hotel Terminus geheten, is vernoemd naar de grote Franse chef Georges Blanc en is een mooi startpunt voor de lunch. Op Place Saint-Vincent krijg je overigens ook mooie glazen bourgogne tegen schappelijke prijzen. Al met al is een bezoek aan deze stad vooral een mooi voorproefje van dit bezoek aan de Côte Chalonnaise langs de Route des Grands Vins.
Tournus
Even verderop in Tournus stop je voor Abbaye Saint-Philibert, het oude benedictijner klooster is een pareltje. Alleen al voor deze abdij stop je dus even in Tournus, dat eveneens aan de Saône ligt. Er liggen hier veel pleziervaartuigen. Grote schepen maar ook kleinere exemplaren voor vier tot acht personen. In het historische centrum van Tournus vind je Bouchon Bourguignon, een nieuw adres van chef en eigenaar Yohann Chapuis. Hij heeft de stoute schoenen aangetrokken en zijn intrek genomen in het voormalige Hotel de Greuze, waar hij naast de bouchon sinds kort een gastronomisch restaurant runt, genaamd L’Ecrin de Yohann Chapuis, een aanrader.
Tournus 
Tournus
Mâcon
Een laatste innige ontmoeting met de Saône hebben we in Mâcon, de stad die ook wel bekendstaat als de poort naar de Beaujolais. Wijnen als Saint-Véran, Pouilly-Fuissé en Viré-Clessé komen uit het hart van deze streek. Het zijn goede en over het algemeen ook zeer betaalbare wijnen. Een aanvullend drankje om de maaltijd af te sluiten is de Chartreuse. Het is een eau de vie gemaakt van maar liefst 130 verschillende kruiden. De likeur is vernoemd naar de monastère de la Grande Chartreuse, gelegen in het Chartreuse-gebergte in de buurt van Grenoble. We kennen groene en gele Chartreuse en met name hier, maar ook noordelijker in Beaune, wordt het veel gedronken. Schuif hier aan bij Le Saint-Laurent of bij La Table d’Igé even verderop in het Château d’Igé. Niet goedkoop, maar wel echte klasse.
In de wintereditie van Côte & Provence tippen we nog veel meer andere plekken voor wie langzaam wil afzakken naar het zuiden. De wintereditie is hier online te bestellen.
