Een andere kijk op Saint-Jean-Cap-Ferrat

De Franse versie van Hollywood, zo ongeveer staat Saint-Jean-Cap-Ferrat (1.500 inwoners) bekend. Dat is toch dat lustoord van de rich & famous? De rit naar het schiereiland maakt meteen al iets anders duidelijk. Ruige natuur en als je daarvan geniet, ga je enthousiast naar de chemin des douaniers. Als je nou ergens Zuid-Frankrijk wil ondergaan, dan ga je die wandeling van veertien km tippelen aan. Kan overigens ook in overzichtelijke etappes. Aan de wandel heb je aan de ene kant La Grande Bleue en aan de andere kant het ene droompaleis na het andere. Niet dat je daarvan heel veel te zien krijgt, van die woningen met piscines en niet geringe tuinen. De bewoners hebben iets van privacy geregeld. Groot gelijk.Zeven exotische tuinen
Over tuinen gesproken: de beroemde Villa Ephrussi, met zeven exotische tuinen! Tussen 1905 en 1912 gebouwd door barones Béatrice Ephrussi de Rothschild, in Italiaanse renaissancestijl. Nu met voorsprong het beroemdste ‘palace’ van zo ongeveer de hele Côte d’Azur. Nog afgezien van die tuinen, is het uitgegroeid tot een art-décomuseum met iets van 5.000 kunstwerken en er is ook een lunchrestaurant. Je kunt die villa gewoon bezoeken, kijk maar even op www.villa-ephrussi.com. Alleen al die tuinen met hun uitbundige vegetatie zijn een visite meer dan waard.
Er zijn in Saint-Jean-Cap-Ferrat meer van die landgoederen met een heel verhaal. Wat te denken van Villa des Cèdres, destijds door de Belgische koning Leopold II (1835–1909) aangekocht voor zijn maîtresse Blanche Delacroix. De majesteit had zelf het riante paleisje Villa Léopolda in het zeer nabijgelegen Villefranche-sur-Mer, maar een paar kilometer verderop.
Gemiddeld 300 dagen zon
Sinds 1388 was het schiereiland in Italiaanse handen, pas in 1860 werd aan het Nice verkocht. Vermoedelijk voor een habbekrats, als je in aanmerking neemt dat je nu over het duurste stukje Frankrijk praat. Er wonen maar 1.600 mensen van sterk uiteenlopende nationaliteit die zich geen moment hoeven te vervelen. Zo kunnen ze tijdens de 300 (!) dagen zon kiezen uit drie prachtstranden, waarvan het Cro deï Pin volgens menigeen het alleraantrekkelijkst is. Als je bij de haven belandt, zie je dat er een duikschool is en dat je een ‘promenade en bateau’ kunt maken. Als je nog even doorloopt, zie je veel verrassende schilderingen van ‘street-artists’ en kom je terecht bij de Chapelle Saint-Hospice uit de 17e eeuw, gebouwd op de ruïne van de gelijknamige toren. Met die Zwarte Madonna. Zit een hele historie aan vast en aarzel niet om er naar binnen te lopen.
De fresco’s van Jean Cocteau
Ga zeker kijken in de Villa Santo Sospir in de Avenue Jean Cocteau. Die heet zo omdat de bewierookte dichter, graficus, dramaturg en cineast Jean Cocteau (1889–1963) in die villa woonde, of er althans langdurig logeerde bij zijn vriendin Francine Weisweiller, en er unieke fresco’s op de muren zette. Hij kwam er min of meer per ongeluk terecht toen hij in de buurt met filmopnames bezig was. Dat hij in het bescheiden pand (slechts 4 kamers) op zijn gemak was, is zo gek niet. Een beetje verborgen, rustig gelegen villaatje. Nu vanwege die fresco’s tot ‘monument historique’ verklaard.
Nooit verworden tot een tourist trap
Zo ongeveer aan het eind van de 19e eeuw werd Saint-Jean-Cap-Ferrat door de ‘beau monde’ ontdekt. Dat was toen nog de aristocratie, in een later stadium haastten zich namen als Matisse, Chagall, Edith Piaf, Elisabeth Taylor en Richard Burton, Jean-Paul Belmondo, Roger Moore en Romy Schneider zich erheen. Voorafgegaan of gevold door Winston Churchill, Charles de Gaulle, Giscard d’Estaing, Bill Clinton en Boris Jeltsin. Op de mairie zijn ze maar wat trots op dit overigens incomplete lijstje. Charlie Chaplin kocht er de somptueuze villa Lo Scoglietto (nu: La Fleur du Cap), die hij weer overdeed aan David Niven. Maar ondertussen is de echte charme van het dorp dat het ondanks al die ‘internationals’ nooit verworden is tot een touristtrap als Saint-Tropez. De sfeer is dorps ontspannen, de natuur (ook dankzij de zee) overweldigend.
Uit eten
- Le Cap, Grand Hôtel du Cap Ferrat, 71 boulevard du Général De Gaulle, 2 Michelinsterren.
- La Véranda, ook het Grand Hôtel, voordeliger bistrot..
- La Table du Royal, Royal Rivièra, 3 avenue Jean-Monnet.
- Capitaine Cook, 11 avenue Jean Mermoz, vis en fruits de mer.
- Paloma Beach, 1 chemin de Saint-Hospice.
- Le Cadillac, 2 avenue Jean Mermoz, Italiaans.
- La Cabane de l’Écailler, Nouveau Port de Plaisance, vis en fruits de mer..
- Restaurant Villa Ephrussi de Rothschild, 1 avenue Ephrussi de Rothschild.
- Jasmin Grill & Lounge, 3 avenue Jean Monnet.