Alweer ingehaald…
Ik ben ingehaald. Niet op de snelweg, maar door de tijd. Voor de zoveelste keer. Al een keer of vier koos ik voor een andere ‘refuge’ in de Provence, stil en nogal afgelegen, ‘liberté’ voor mijn dieren.
Twee jaar heeft het geduurd, maar nu is het nieuwe huis een stukje lager op de berg af. Twee jaar van pokkenherrie, bouwvakkers. Van ’s ochtends vroeg tot einde middag boren, drillen, cirkelzagen, vloeken, schreeuwen en een ghettoblaster die daar bovenuit bonkte. Van onze honden die (terecht) aansloegen als er in het holst van de ochtend een portie kerels luidruchtig voorbij kloste. Van denderende vrachtwagens die veel te snel het smalle pad langs mijn huis afsjeesden. Van auto’s die op mijn terrein parkeerden, van types die in mijn tuin piesten. (“O, er stond geen hek.” “Nee zak, dat heeft jullie vrachtwagen eruit gereden.”)
Twee jaar van dubben tussen wel verhuizen, niet verhuizen, weg van de plek waar je je thuis voelt, of niet. Mijn man wees erop dat ik ‘m al een keer of acht tot verhuizen gedwongen had. Dat we dusdoende de voornaamste sponsors van Zuid-Europese notarissen waren.
“Misschien valt het mee”, zeiden we tegen elkaar, “als het straks klaar is. ’t Is per slot een stuk lager op de berg….”
Sinds Pasen weten we dat het niet meevalt.
Het zijn Zwitsers uit Monaco, de nieuwe bezitters van het megalomane pand dat inmiddels de berg domineert. Zelfs al staat het een stuk lager, er is riant uitzicht op ons zwembad. Weg privacy. Weg rust en stilte ook: er is een kind, dat gilt en schreeuwt. Een tweede is in de maak. ’s Ochtends gaat de radio aan, of de tv, of allebei, tot ’s avonds laat. Geluid klinkt nogal op hier.
Tot nu toe bleef het beperkt tot Pasen, het is ‘voorlopig’ een vakantiehuis. Zondagavond waren ze weg. Maar Frankrijk kent vele vakanties. En lange weekeinden: ‘on fait le pont’, met één snipperdag tussen een feestdag en het weekeinde heb je zó vier, vijf dagen vrij.
Maandagochtend kwam een vrachtwagen ons pad af. Er werd uit de losse pols wat asfalt gestrooid in de grootste gaten die de bouw had achtergelaten.
Het spul wil niet drogen, de honden en wij lopen er voorzichtig omheen en hoe het met de auto moet, dat zien we wel. Ik hoef pas morgen weer boodschappen te doen.
Vanmorgen klonk er opgewekt getoeter op het parkeerterreintje voor de deur, een grote bestelbus van La Redoute; de tuinstoeltjes die we maanden ervoor -nog voor het faillissement en de doorstart van die firma- besteld en dus al afgeschreven hadden.
“Valt dat even mee,” zei ik zo mogelijk nog opgewekter tegen de besteller, “merci!”
“De rien.” Vrolijk stak hij zijn duim op terwijl hij omhoog reed en voor de tweede keer door het natte asfalt ploegde.
Inmiddels regent het, in de verte rommelt een dreigend onweer.
We gaan verhuizen.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.