De ‘bataves’ zijn hier!

Gisterenavond tegen twaalven ineens rare doffe knallen. Geen jagers, dat klinkt anders.
En de Monegasken een stuk lager op de berg konden het ook niet zijn, die bleven knalfeesten in Monaco.
Niks afgelast daar, zoals hier in Saint-Tropez en Saint-Raphaël, vanwege dieptreurige terreurdreiging.
Er steeg gejuich op uit de vallei, plus een helder verstaanbaar ‘Potdomme kærel, dat wordt een toppertje môrrege. Cheers!’ Geluid draagt hier nogal ver in een heldere nacht.
Hollanders! Vakantievierders, en zo te horen raszuivere ‘bataves’, blijkbaar bezig met een proefvuurwerkje voor vanavond, oudejaarsavond. Ik overwoog even de gendarmerie te bellen, maar de verraderlijke NL-kliklijnmentaliteit is de mijne niet, dus daar zag ik vanaf. Een brul naar beneden leek me zinloos, men was duidelijk teveel met zichzelf in de nopjes om een ‘autochtoon’ serieus te nemen.
Dus dat belooft wat vanavond. Jawel, ik heb serieus overwogen om de echtgenoot mee op sleeptouw te nemen naar een restaurant. Maar dat hebben we al eens gedaan. Jawel, Sylvestre vier je hier normaal gesproken buiten de deur, bij voorkeur in een heus sterrenrestaurant, al moet je er een jaar voor sparen. En iedereen komt – opgedoft in glitters en glimmers – keurig op tijd, zo ongeveer de enige keer in het jaar dat dat gebeurt. De maaltijd heeft veel weg van een kerstmaal, met één uitzondering: met oud en nieuw eet je oesters. Die staan dus overal op het menu. En die lust ik niet. Althans niet rauw, ik maak ze doorgaans op een bedje van spinazie, gegratineerd met champagnesaus; doen ze niet in zo’n restaurant. De echtgenoot eet bovendien geen vlees, terwijl dat doorgaans rotsvast zit ingemetseld in het verplichte nee-geen-keuzemenu. Waar geheid ook foie gras op figureert, waar we allebei om diervriendelijke redenen van gruwen.
Voorts werkt de staf van zo’n restaurant in moordend tempo naar het hoogtepunt van twaalf uur. Exact op dat tijdstip dient het dessert op tafel te staan, vergezeld van een glaasje bubbels. Daarna barst de nieuwjaarswensgekte los, die in uitbundigheid nogal kan variëren. In de sjieke restaurants geven alle aanwezigen elkaar een keurig handje en toost men op het nieuwe jaar. In het eethuisje om de hoek zijn tegen middernacht ruimhartig de hoedjes, de toetertjes, de serpentines en de spuitbussen met akelige plak-guirlandes uitgedeeld om het feestgedruis luister bij te zetten. De eerste keer dat ik het meemaakte (inburgeren!) vond ik het al helemaal niks. Zeker niet, toen er vervolgens ook nog een dansje moest worden gedaan en uitgerekend die gladjanus uit het dorpcafé lippenlikkend op me afkwam; weigeren is op zo’n pril nieuwjaarsmoment geen optie. Ik heb daarna oprecht nog een paar keer geprobeerd om het leuk te vinden. Dat is niet gelukt. Oud-en-nieuw vier ik uitsluitend nog thuis. Dus ik zet de tv wel wat harder als Herman Finkers straks langskomt. De eerste ‘petards’ zijn alweer losgelaten; gezellig. Ik hoop oprecht dat onze adoptiehond Turc ook tegen het grotere vuurwerkgeweld van straks bestand is.
En mocht de pokkenherrie vanuit het dal vanavond echt te gek worden, dan gooi ik er morgenochtend vroeg – als ze allemaal hun roes nog liggen uit te snurken – knalhard de Brandenburgse van Bach in! Daar kunnen mijn honden heel mooi bij huilen. En verder denk ik met weemoed terug aan de tijd dat je hier met oud en nieuw slechts een enkel eikeltje op het bosmos kon horen ploffen en alleen de stralende sterrenhemel voor ‘vuurwerk’ zorgde.
Iedereen een bonne année, bonne santé, bien arrosé! Behalve die ‘bataves’ in de vallei natuurlijk. Die wens ik van harte een knallende koppijnkater. Mwah, gaat vast vanzelf.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.