De stemming op het dorp

Afgelopen zondag toch maar even naar het dorp gegaan om de stemming te peilen. Dat ging zomaar niet. Zelden zoveel drukte op het dorp gezien. Maar ja, deze zondag moest er gestemd worden voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. En dat hebben we geweten. Parkeren viel al niet mee – het vergde zowat een dagmars om binnen de dorpsgrenzen te geraken – maar eenmaal aangekomen bij het café bleken ook nog eens alle terrasstoeltjes bezet. Niet met toeristen, maar met dorpelingen die hun stem hadden uitgebracht en de gevolgen daarvan eens even uitgebreid, met een goed glas erbij, wensten bespreken. Dat duurde. De voor bij de lunch bestemde stokbroden op de tafeltjes, die bij het bakkertje schuin tegenover het café waren gehaald, zag je bij elk argument verder afgeknabbeld worden, de glazen bijgevuld. We wilden alweer omkeren toen we ineens zachtjes maar stevig bij de ellenboog werden gepakt en met enige dwang naar twee kersverse stoeltjes aan de rand van het terras werden gevoerd. Ik keek verbaasd om. Ninette! De zomerse hulpserveerster die alleen in het hoogseizoen meehelpt de toeristenstromen van drankjes te voorzien. Blijkbaar opgetrommeld vanwege de onvoorziene drukte en niet te beroerd om bij te springen. Ik zoende haar uitbundig op beide wangen, zij de echtgenoot ook. Ze had ons zien staan, zei ze, en besloten dat wij als ‘vriendenklanten’ hoe dan ook een plekje moesten krijgen. Dus had ze twee stoeltjes uit het binnenste van het café gehaald en kwam ze nu aanzeulen met een tafeltje. “Of we er ook nog een parasol bij wilden?” We vonden een drankje al meer dan genoeg. Dat stond in ‘no time’ voor onze neus; zelden iemand zó snel, efficiënt en beminnelijk meegemaakt als Ninette. En ze heeft een zwaar vak, zeker in het hoogseizoen. Ze maakt lange uren en sjouwt volle dienbladen heen en weer tussen het café – waar ze drie treden op en af moet klauteren – en het terras aan de overkant van de straat. Automobilisten stoppen eerbiedig als ze statig oversteekt, ook toeristen; Ninette straalt gezag uit, maar altijd met een vriendelijke glimlach. En al is ze nog zo verhit van al dat gesjouw, ze heeft altijd ijskoude wangen. Ik heb haar er eens naar gevraagd, want het leek me niet normaal. “Ah”, legde ze lachend uit, “ik koel ze af met ijsklontjes, voor de vriendenklanten.” Ik keek blijkbaar erg avondblond. “Om te kussen”, verduidelijkte ze, “bij begroeten en afscheid nemen. Als ik hete en bezwete wangen heb vind ik dat een beetje smerig voor ze.” Wat een service.
Terwijl we van ons drankje nipten keken we naar de auto’s die zich vredig en zonder gevloek en getier door de nauwe flessenhals-met-bocht net voorbij de épicerie wrongen. Even na die bocht is een stoplicht, maar dat voorkwam niet dat er met enige regelmaat twee auto’s neus aan neus stonden. Zonder gemor schuifelde er dan eentje achteruit, tot het net weer paste en ze zich langs elkaar heen konden wurmen. Moet je in de grote stad eens om komen.
Het terras vulde zich verder, ook al was er geen plaats meer. Men vond een plekje op het muurtje erachter, hing bij elkaar over de schouders, hurkte naast tafeltjes, stond er maar wat bij. En niemand had zin om naar huis te gaan. Het viel me op dat vrijwel iedereen zich ook behoorlijk had opgedoft. Ik zag veel Indiase floddervodden die afgelopen vrijdag nog op het na een diepe winterslaap ontwaakte marktje hadden gehangen en waarschijnlijk het volgende seizoen niet zouden halen. Opvallend veel knalrood geverfd haar, en sportschoenen met witte zolen; kortom, de laatste dorpsmode. En veel opgerolde T-shirtmouwen waar ruim bemeten tatoeages onderuit rolden. Bij het tafeltje naast ons hurkte een slanke rossige ‘femelle’ voor een knus praatje met een potige verschijning vol huisvlijttatoo’s. Het kwam niet bij hem op haar zijn stoeltje aan te bieden, het kwam wèl bij haar op dat het toch al ultrakorte rokje aanzienlijk meer onthulde dan de rondom haar bovenbeen aangelegde tatoeage van een ouderwetsche zwartkanten kousenband. Het werd een heel geanimeerd gesprekje. Tot zijn echtgenote met ijsjes en kinderen terugkeerde vanuit het café en het gezellige onderonsje met een paar vileine luchtkussen afblies. Ook verkiezingsstrijd, zullen we maar zeggen.
Intussen liep de verkiezingsdrukte af en het terras leeg, lunchtijd.
’s Avonds zagen we de landelijke uitslagen op tv: Macron een, Le Pen twee.
Ik zocht op internet op wat ons dorp gedaan had, en vond niks. Pas twee dagen later kon ik de uitlagen achterhalen. Er was in overgrote meerderheid voor Marine Le Pen gestemd (30,44%), want hier in het zuiden is het Front National razend populair. Emmanuel Macron kwam in ons dorp pas op de vierde plaats (16,25%), na de rechtse kandidaat François Fillon (20,52%) en de ultra-linkse Jean-Luc Mélenchon (19,70%). De opkomst, maar dat had ik zelf al kunnen constateren, was liefst 84,78% geweest. En ik durf de verkiezingsuitslag van de tweede ronde van volgende week zondag nu al te voorspellen: onwrikbaar hetzelfde, zege voor mevrouw Le Pen, maar da’s niks nieuws.
Ik mag niet meestemmen, maar ik zal er weer bij zijn. Op het caféterras, als waarnemer, vanachter een glas rosé. En een uurtje eerder, om een stoeltje te bemachtigen en niks te missen. Want buiten het stemlokaal valt veel meer te beleven dan erbinnen.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.