De tranen van Madame Mahmoud
Het kwam slecht uit. Ik zat vastgekleefd aan Twitter, Facebook, BFM-TV, TF1, Le Figaro, La Libération en alle andere nieuwsbronnen die ik maar bij elkaar kon harken. Het nieuws van de moordaanslag op mijn collega’s van Charlie Hebdo was binnengekomen als een mokerslag, ik wilde álles volgen. En toen kwam madame Mahmoud binnen, de vriendin die me helpt bij de (te) zware huishoudelijke rotklussen die ik niet meer aankan. Sluipend probeerde ze onzichtbaar te blijven op weg naar de bijkeuken. “Halima! T’as vu???” Ze kromp ineen. Dat begreep ik niet. En dat gaat zomaar niet. Het werd een raar gesprek, met één oog op de televisie, een half oog op internet en een ongelofelijk verhaal er tussenin. Ja, ze had het gezien, ze vond het verschrikkelijk, en ze voelde zich schuldig. Heel schuldig. Ook dat snapte ik niet. Wat kon zij er nou aan doen dat een stelletje criminele idioten in Parijs een gruwelaanslag had gepleegd? Madame Mahmoud is Tunesische. En overtuigd moslim. Ze draagt een ‘foulard’, in haar geval een in mijn ogen tamelijk frivole Brabantsbonte zakdoek die ze net om haar haren geknoopt krijgt. Maar het gaat om het principe. En principes heeft ze. Voor haar betekent leven volgens de Koran alles zo goed mogelijk doen in de ogen van Allah. Niet door iedereen die het niet met je eens is een kopje kleiner te maken, maar door naastenliefde, door te proberen zo weinig mogelijk fout te doen en de fouten die je toch maakt, zo goed en zo kwaad als dat kan te herstellen. “J’essai de laisser mon espace le plus propre que possible”, zei ze bij het kopje koffie dat ik voor haar maakte. En terwijl ik mezelf nog eens een stevig glas inschonk, kwam het verhaal. Over haar man, die zich openlijk zó streng afkeerde van moslimterrorisme dat ze zeker wist dat ze hem vandaag of morgen ‘dood op straat zou vinden’. Van haar jongste dochter, die maanden zoek was geweest en nu ineens in boerka achter een geradicaliseerde ‘barbu’ (baardaap) bleek aan te hobbelen, ooit een blonde god waarvoor ze was gevallen. Intussen geen schaduw meer van de vrolijke meid die ze vroeger was, met godbetere het ook nog eens een kersvers kleinkind waarvan Halima tot voor kort geen weet had gehad. De barbu was inmiddels afgereisd naar Brest, achter een of andere imam aan die dit soort jongens ronselde voor het Grotere Goed. Zijn ouders -hoogst moderne banlieubewoners “zij heeft zelfs een enorme tatouage”- wilden niets meer van hun zoon weten. Halima’s man had de dochter de toegang tot het huis ontzegd. Halima huilde. Alles was haar schuld, ze was geen goede echtgenote, geen goede moeder, en aan mij had ze ook al een hele kluif. Dat moest ik niet verkeerd begrijpen, maar omdat ik journalist was, kwamen ze mij ook vast wel een keertje omleggen en hoe kon ze dat nou toch weer voorkomen. Toen moest ik een traantje wegpinken. Want dit is ook wat dat zooitje extremisten voor elkaar heeft gekregen. Ik ben vandaag twaalf collega’s kwijtgeraakt. Halima is van haar vredige bestaan beroofd. En in Frankrijk regeert de angst. We hebben inmiddels ‘vigilance attentat’, het hoogste bewakingsniveau. Maar het verzet groeit. Kijk naar de indrukwekkende demonstraties vanavond overal in het land, naar de steunbetuigingen vanuit de hele wereld. Luister naar Richard Malka, de advocaat die Charlie Hebdo 22 jaar lang in al hun controversiële activiteiten bijstond en die club als familie beschouwde: “Je zult zien, CH komt woensdag gewoon weer uit, zoals altijd.” Hij zei het met tranen in de ogen. Maar hij heeft gelijk. Ik zeg het hier, met het onsterfelijke citaat van verzetsman, journalist, schrijver en dichter Hendrik Mattheus van Randwijk (1909-1966): “Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.” En samen met mij verdommen steeds meer mensen het om dat licht zomaar uit te laten doven.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.