BONJOUR

Welkom op onze vernieuwde site

Met deze website zijn Côte & Provence en Kijk, Zuid-Frankrijk! samengevoegd. We werken nog aan het overzetten van informatie en het toevoegen van functies. In de loop van dit najaar is alles afgerond en inspireren we je nog uitgebreider over Zuid-Frankrijk. Nog even geduld!

Team Côte & Provence

Columns

Een dagje Rome

rome duifGoed, ik was dus even in Rome. Niet geheel vrijwillig (zie hier) maar ’t is wel een favoriete stad (ik ga liever niet naar Parijs en nog langer vliegen ook) en dan moet je blij zijn met de kans er zomaar op een doordeweekse donderdag rond te struinen. Dat viel tegen.
Tuurlijk, ik was er al een paar jaar niet geweest, een stad verandert. Maar het begon al bij het vliegveld. Je moet een taxi, de reguliere busverbinding was geen optie, om op tijd voor de afspraak op de ambassade te zijn. En dat ruiken ze hè, die taxichauffeurs. Het standaardtarief à raison van € 48 staat netjes op de flanken van de auto vermeld, en binnen op de rug van de chauffeurszetel. Maar je bent nog niet ingestapt of de prijs schiet omhoog. Wegens? Geen idee, maar ga maar eens in discussie met een verbeten Romein als je overduidelijk haast hebt en de taal maar amper machtig bent.
Bovendien discussiëer ik liever niet met een chauffeur die met zo’n 100 km over de autostrada racet terwijl hij door de stratengids van Rome bladert omdat hij geen idee heeft waar hij je moet afzetten. Had je maar gewoon naar het Colosseum of het Vaticaan moeten willen.
Bon. Na gedane zaken op de ambassade (hulde voor de adequate en vriendelijke dames daar) viel er tijd stuk te slaan; de terugvlucht was pas begin van de avond. Ouderwets rondje Rome dan maar.
Ik heb er een paar vaste stekkies: een terrasje tegenover het Pantheon, een eethuisje in Trastevere, een hotelletje naast het parlementsgebouw aan de Piazza de Montecitorio, en Tazza d’Oro, het beste koffiehuis van de stad. Of misschien wel van de wereld. Ik ben ze allemaal verwachtingsvol langs gegaan. Wat een deceptie.
Opgelucht neerzijgend op dat terras op de Piazza della Rotonda vielen al meteen twee dingen op. Alle katten de normaal gesproken rond het Pantheon zwierven, waren weg en dat is ondenkbaar: er bestaat zelfs een speciale kalender (tophit in de soevenierwinkeltjes) ‘Gatta di Roma’ van die zwervers, die gewoonlijk door passanten en dierenbeschermers vertroeteld worden. Het had iets unheimisch, ik verdenk een kattenmeppende overheid. Ik miste ook de vertrouwde, in het zwart gehulde, extreem krom gebogen bejaarde dames die zich tot de professie van bedelares bekeerd hadden. Ik gaf meestal wel wat, ik bedoel: je zult maar zo armoedig eindigen. Tot ik een keer volstrekt per ongeluk zag hoe ´mijn bedelares´ van misschien wel 100 jaar een paar straten verderop zonder enige assistentie in een Mercedes stapte. Een naïef kind ben ik altijd gebleven. Wat eigenlijk ook zo verkeerd niet is.
De bediening op het terras was overdreven vriendelijk, de prijzen ongelofelijk onvriendelijk.
Hetzelfde gold voor het terrasje van m’n favoriete hotelletje waar ik voor ´old times sake´ alleen maar langs liep: € 18 voor een glaasje bier en een glaasje proscecco. Ik verdenk de crisis.
Gelukkig was er een duif die vond dat ie voor die prijs recht had op onbeperkt borrelzoutjes. Wij vonden dat ie gelijk had. En verder kregen we er een gratis wisseling van de wacht voor het parlementgebouw bij. Maar alleen tot de hoek; zodra de wachters aan de rand van het plein kwamen, slenterden ze -het geweer losjes langs de heup achter zich aan slepend- een zijstraatje in.
Dat eethuisje in Trastevere dan. Sabatini heeft sinds 1958 een reputatie op te houden en dat is tot in deze eeuw goed gegaan. Maar nu zit de sleet er op. Amper een tafeltje bezet (nota bene in het hoogseizoen), een lamlendige bediening en zelfs m’n favoriete gerecht -piccata di vittelo al limone- smaakte smakeloos. Het enige aroma kwam van de ventilator die ruimhartig geparfumeerd water ter verkoeling over ons tafeltje spuugde.
Kopje koffie dan maar, in ´mijn´ koffiehuis´. Maar de begeerde kopjes (ze verkopen er doorgaans àlles, van bonen en balen tot meubilair en serviesgoed) waren ineens niet verkrijgbaar.
We zwierven nog wat rond. Ik heb nog nooit zoveel Chinezen gezien die -aan elkaar klittend- iedereen die de horde dreigde te splitsen van het trottoir elleboogden. En nog nooit zoveel smakeloos verpakt toeristenvlees van ‘all over the world’. Een maatje groter, een paar centimetertjes langer, en de wereld ziet er een stuk aangenamer uit.
Op de terugweg in het vliegtuig zei ik tegen mijn man: “Toch maar liever ons Provençaalse gehucht”. Hij knikte. De rit vanaf het vliegveld naar huis duurde ineens opmerkelijk kort.

Meer inspiratie?

Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.