Geloken luiken
Toen ik kwam aangelopen voor onze dagelijkse apéro-conventie liet de kerkklok somber van zich horen. Toen ik naderbij kwam, zag ik dat de boulangerie, de tabac en het café hun rolluiken hadden laten zakken. Geloken luiken. Een begrafenis, wist ik. Het debat-gezelschapje op het terras had wel goed gevulde glazen op de tafel staan, maar hield zich muisstil. Op het steile weggetje tussen de kerk en de fontein voor het terras liet een lijkwagen zich geluidloos naar beneden zakken. Daarachter liep ongeveer de helft van de 900 dorpsbewoners. Ze hadden nog een lange mars voor de boeg, het kerkhof is een paar kilometer verderop, iets buiten het dorp. Je moet ook nog langs ons enige stoplicht.
Zodra de stoet voorbij was, gingen de rolluiken weer omhoog en werd het gesprek op het terras hervat. Beetje ongemakkelijk wilde ik weten wie er was gestorven en waarom me niks verteld was. Mijn vriend Francies de aannemer praatte me bij: Jeanne-Marie, ze was 86 geworden en had haar hele leven in de verpleging gezeten. Daardoor altijd geliefd geweest, gestorven in het maison de retraite. “Je hebt haar nooit gekend, dus ja, ik heb je er niks van verteld.” Echt helemaal erbij horen, soms realiseer ik me dat dat een illusie is.
Ik ben daar weleens geweest, in dat maison de retraite. Op dwingende uitnodiging van de moeder van Francies, die met presidentiële allure veel meer is dan de moeder overste van het tehuis. Na die ene visite had ik genoeg gezien, om niet te zeggen geleden. Een schare nieuwsgierige weduwen, een nog net niet bejaarde man over de vloer, een buitenlander ook nog. Spannend! Er wonen geen weduwnaars. Als die allemaal al op de laatste trein zijn gestapt, heb ik daar begrip voor.
Behalve de moeder van Francies, tevens de presidente en enige redacteur van het persbureau van het dorp, zie je de bewoonsters van het maison zelden of nooit in het dorp. Wél altijd op Quatorze Juillet als La République het nationale feestvarken is. Veertien juli vieren we bij ons dus op de dertiende. In het stadje 9 km verderop wonen meer mensen en daarom mogen zij het vuurwerk op de 14e afschieten. Twee van die kleurrijke festiviteitjes tegelijkertijd vinden de autoriteiten blijkbaar teveel van het goede, of misschien wel gevaarlijk.
Voor het feest op de 13e losbarst, zo tegen half tien dat feu d’artifice en daarna een dj of zelfs live-music op een podiumpje op de parking annex boulodrôme, is er een speciaal programmaatje voor de weduwen. Heel voorzichtig dansen op de klanken van musette-muziek. De eerste keer dat ik erbij was, zag ik het somber in. Geen weduwnaars, dus geen danspartners, toch? Dat was buiten de saamhorigheid van het dorp gerekend. Ineens zag ik vrijwel alle leden van ons apéro-genootschap met een oude vrouw aan de zwier. Nou ja, zwier.. Francies met zijn moeder, de burgemeester, de pastoor, de jonge president van het Office du Tourisme, en zelfs de Bullebak, van wie ik dat al helemaal niet verwacht had. De Pens uit Amiens, als gepensioneerde onderwijzer de intellectueel van het dorp, hield het bij aarzelend geschuif van zijn voeten Het had wel iets vertederends. Zelfs de frivole Jacqueline van de mairie deed mee.
Francies wenkte me, ik aarzelde net zo lang tot de muziek was afgelopen. De jaren daarna deed ik ook niet mee; om persoonlijke redenen ervaar ik een dansvloer als een schavot.
Van de week begreep ik wel waarom me niks verteld was over het heengaan van Jeanne-Marie.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.