Het feestje van Alain Ducasse
Ik kreeg een gelikte elektronische brief. Van niemand minder dan Alain Ducasse, de wereldkampioen Michelin-sterren. Het is thans vijfentwintig jaar geleden dat de grote chef in zijn met drie van die ‘macarons’ opgeleukte restaurant Louis XV in Monaco begon, en zo’n jubileum moet gevierd worden. Kan ik me iets bij voorstellen.
Dat ik überhaupt in zijn adressenbestand voorkom, heb ik te danken aan mijn man; hij had iets te vieren en dat mocht van zijn opdrachtgever daar, bij Ducasse in Monaco. Een lunch, die ruim € 350 vergde, ik heb nog een kopietje van het bonnetje, want de boekhouding zit in mijn pakket. Prima gegeten, daar niet van, maar zo’n kolossaal bedrag? ´t Is misschien mijn calvinistische achtergrond, maar ik vond het genant. Toen we er nog in de buurt woonden aten we weleens bij het Ducasse-filiaal in La Celle-en-Provence (Hostellerie de l´Abbaye de La Celle, ‘slechts’ één ster) voor een fractie van die prijs; ik voelde me er een stuk beter op mijn gemak, ook al omdat de ambiance er veel minder opgedirkt is. Ik ben niet zo van die antieke kroonluchter-sjiek in Louis XV-stijl, waarbij je als het ware vanzelf gaat fluisteren.
Maar belangrijker: je eet uitstekend in La Celle. De eerste keer had ik er niet veel fiducie in, ik koester een zeker wantrouwen jegens chefs die -zoals Ducasse- aan het hoofd staan van een internationaal restaurantimperium, met achtentwintig vestigingen in negen landen. Een kok hoort in de keuken, niet in het vliegtuig onderweg naar één van zijn twaalf uitspanningen in Frankrijk of -ik noem maar wat- drie in Monaco, vijf in Amerika, twee in Japan, twee in Italië, eentje in Engeland, in Hong Kong, in Rusland, en op Mauritius. En dan heeft ie ook nog een business school, èn tijd om kookboeken te schrijven. Dat lijkt me tamelijk onmogelijk. Maar het schijnt dat het Ducasse toch lukt om de boel op orde te houden: in al zijn zaken wordt herkenbaar en op niveau gekookt. Zeggen ze.
Omdat de meester overal een vinger in de pap houdt en hoogst persoonlijk alles inspecteert; vandaar dat gevlieg.
Dat kost een paar duiten, en dat wordt meer dan riant verrekend in de tarieven.
Kijk maar even mee naar het prijskaartje van het Monegaskische feestmenu; een eenheidsmenuutje, voor lunch of diner. Dat ziet er op papier verleidelijk uit, acht gangen. Maar het vergt wel € 280, en als je de geselecteerde zes glazen wijn erbij neemt mag je nog eens € 145 extra aftikken: maakt samen € 425. Per persoon!
Nee, ik schuif niet aan, ik heb aan die ene keer al een nare nasmaak overgehouden. We hebben in ons dorp (nog?) geen Banque Alimentaire (voedselbank), maar met enige regelmaat staan er voor de deur van de Super U in het stadje iets verderop vrijwilligers voedsel in te zamelen voor de minder bedeelden die anders bijna niets te eten zouden hebben. Je schaamt je dood als je weet dat met die € 450 per persoon voor dat eenmalige Monegaskische feestmaaltje hele gezinnen een tijdje uit de brand geholpen zouden zijn. Misschien dat meneer Ducasse -bij wijze van feestelijk gebaar- in plaats van aan zijn eigen bank, eens wat aan die andere Banque zou kunnen doneren? Geef ik alvast het goede voorbeeld.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.