Marteling en moord als cultureel erfgoed?
De slachting is weer begonnen: tijdens Pasen vonden in Arles de eerste stierengevechten van het seizoen plaats. De arena was afgeladen vol en het publiek beklom uitbundig de banken tijdens deze ‘hoogmis van de tauromanie’. De minister van cultuur Frédéric Mitterand kan zich in de handen wrijven: marteling en moord lééft in Frankrijk. Zijn voordracht bij de Unesco om het stierengevecht als cultureel erfgoed te laten erkennen, maakt goede kans van slagen. En dat, terwijl nog in november vorig jaar Fréjus besloot dat het mooi geweest was met het bloedbad als volksvermaak (zie hier mijn blogje daarover).
Dierenactiviste Brigitte Bardot reageerde furieus in een open brief, waarin ze Mitterand onder meer ‘le ministre de l’inculture’ noemde, en hem beschuldigde van ‘de grootste klootzakkerij uit zijn carrière’: “U laat zich zo vlak voor de verkiezingen voor het karretje spannen van deze minderwaardige regering die uw salaris betaalt, en die u de genadestoot laat uitdelen aan onschuldige dieren. Stierenvechten maakt géén deel uit van ons cultureel erfgoed; het is dierenmarteling en moord. Cultuur dient ertoe de mens te verheffen; niet om hem aan te zetten tot het uitleven van zijn verwerpelijkste en primitiefste instincten.”
Ik geef Mme Bardot op alle fronten gelijk. Een barbaars volksvermaak uit de oertijd van de beschaving mag in de 21e eeuw geen bestaansrecht meer hebben. Een minister van cultuur die zo’n wreed bloedbad als Frans cultureel erfgoed aanmerkt -ook al kwamen en komen vrijwel alle stierenvechters uit Spanje en Portugal om in de Franse arena’s hun moorddadige kunstjes te vertonen- verdient het om onder de guillotine te verdwijnen. Ook cultureel erfgoed tenslotte.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.