Merde!
En toen was het dus raak. Sinds februari niks meer gehoord of gezien, maar afgelopen maandag werden we in het holst van de ochtend ruw uit de slaap gerukt door een opgewekt toeterend Renaultje Kangoo met luidkeels radiogeweld uit de open raampjes. Het helse gehuil van de huiselijke hondemafia maakte het inferno compleet. Mijn man dook onder zijn kussen, ik donderde bijna het nachtkastje omver in de haast iets fatsoenlijks aan te schieten.
“Bonjour madame!”klonk het akelig opgewekt (ik ben niet zo matineus) toen ik de voordeur open kierde, “c’est pour la fosse.”
Shit! Het was er dus toch van gekomen. Na twee jaar vertraging en getraineer (zie hier) zou onze antieke beerput geheel up to date worden herverbouwd, zodat we weer ‘conform normes’ aan de tegenwoordige tijd konden deelnemen. Niet dat dat noodzakelijk was, het ding voldeed uitstekend en was op het hypercorrecte af milieuvriendelijk, maar ja, regels zijn regels.
Er volgden zware dagen. Allereerst was daar het verbod om water te gebruiken.
“Wat! De hele dag?”
“Oui madame. Si vous tirez la chasse, on est vraiment dans la merde.”
Vrij vertaald: als jullie doortrekken, zitten wij in de stront.
Natuurlijk, dat doe je niemand aan. Het werd een onwelriekend dagje oppotten, al ging het af en toe bijna mis: routine hè. De gewende ochtenddouche eindigde in een overvolle badkuip-met-stop-erop. So far, so good.
En toen kwam de graafmachine. Een monster dat in War of the Worlds niet misstaan zou hebben. Mét bijbehorende decibellen. Vier dagen pokkenherrie. Van de tuin is inmiddels niets meer over: één kale vlakte, stokoude ‘berges’ met de grond gelijk gemaakt ten gunste van een stelletje plastic pijpen met vertakkingen tot in het oneindige zodat het afvalwater mooi verspreid in de natuur terechtkomt.
Vanmorgen ging de graafmachine weg. En kwam de inspecteur van Veolia, die moest controleren of we nu ‘conform normes’ waren. Hij bekeek de nijvere arbeid en knikte goedkeurend. Hij bekeek de fosse septique waarom het allemaal begonnen was. “Non!”, riep hij met afgrijzen. “Het water komt er aan alle kanten uit! De hele boel zit verstopt! Dit gaan we niet goedkeuren!”
En dat terwijl het allemaal tot op heden perfect functioneerde.
Een uurtje geleden zijn er een paar potige jongens van het ‘assainissement’ langs geweest met een tankwagen en een hogedrukspuit. Even de boel ‘doorblazen’. Ging niet helemaal als bedoeld, de fosse blies terug. Ik heb zelden zo kleurrijk horen vloeken. Het zal wel uitdraaien op een nieuwe kant-en-klare fosse van eeuwbestendig plastic, nog meer graafwerkzaamheden en een torenhoge rekening.
En dat allemaal omdat er ergens te Parijs een stempelgeile regel-ambtenaar bedacht heeft dat we aan de Brusselse regeltjes moeten voldoen.
In ons gehucht heeft niemand ooit te klagen gehad over zijn of haar ´fosse´. Die moest je alleen af en toe laten leeghalen door de jongens van de assainissement, eens in de 25 jaar of daaromtrent. En verder niks aan de hand, een feilloos systeem dat met hulp van de natuur al eeuwen of zo, perfect functioneert.
Tuurlijk, die nieuwe regeltjes betekenen kassa voor lokale aannemers, die ik de omzet overigens van harte gun. Maar ‘tant pis’ voor mij. En voor mijn hoogbejaarde ‘voisine’ die thans een rekening van 30.000 euri van haar schamele pensioentje mag zien te voldoen omdat haar fosse nog net iets rampzaliger werd gekwalificeerd dan de mijne. Dat ie het perfect deed, deed er niet toe.
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.