Nachtuil

Volle maan vannacht, een laatste rondje met de honden. Geen wolkje aan de lucht, alles prachtig helder verlicht, zelfs de zaklamp kon uit. Ik word daar altijd een beetje poëtisch van. Niet dat ik dan ga jubelen of zo, maar ik kan dan echt in stille bewondering naar de berijpte takken van de bijna ontbladerde eiken kijken, de kristalpatronen op de autoruiten, het haarscherp afgetekende silhouet van het witte rotsmassief in de verte; allemaal van een zilveren schittering voorzien in dat wonderbaarlijk heldere maanlicht.
“Ja, mooi”, vond de echtgenoot, en huiverde met opgeslagen kraag alvast op huis aan.
En toen was er ineens dat geluid. Een klagelijke, langgerekte kreet, alsof er zojuist iemand met tintelende wintervoeten op z’n tenen was getrapt. Ik kende dat geluid! En huilde onmiddellijk terug in dezelfde langgerekte toonsoort. De echtgenoot kromp ineen, de honden spitsten de oren, ik ook. En even later kwam onmiskenbaar het antwoord in de vorm van een nieuwe jammerkreet: m’n uil was terug! Nou ja, of het dezelfde is moet nog blijken, maar ’t zou best kunnen. Ik bedoel, hoeveel uilen zijn er gek genoeg om midden in de nacht een boom op te zetten met zo’n mens? Ja ja, dat kun je ook omdraaien, dus misschien moet ik het even uitleggen. Ooit woonde ik een paar jaar in Portugal ‘au bout du monde’. Het was daar zo ver van alles en iedereen verwijderd dat je door de lokale dierenpopulatie na verloop van tijd als behorend bij de inboedel werd beschouwd. Zo was het tamelijk gewoon dat er ‘s avonds een dikke pad uit een naburige poel op het venster klopte om binnengelaten te worden, er regelmatig vosjes over het terras snelden, everzwijnen tijdens een wandeling een eindje met je opliepen en zwaluwen gezellig een stukje meezwommen en hun dorst lesten terwijl je wat lome baantjes in het natuurbad trok. Dan vind je het ook zo gek niet meer als er tijdens een nachtwandeling een uil antwoord geeft als je zijn kreet zo’n beetje weet te imiteren. Na verloop van tijd hielden we hele conversaties. Niet dat ik iets begreep van wat hij (of zij) uitkreet, en omgekeerd waarschijnlijk ook niet, maar het was een prettig contact.
En dan nu ineens hier weer! Ik gooide er nog een uithaal tegenaan. Dat was helaas iets teveel van het goede; de honden zagen daarin het sein om ook eens uitgebreid uit te huilen. Volle maan tenslotte, en als het baasje mag, is het vanzelfsprekend volkomen legitiem om ook even voor weerwolf te spelen.
Een heel eind verderop gingen wat lichten aan.
“Fijn, bedankt”, bromde de echtgenoot, de honden mee naar binnen trekkend. Ik bleef nog even talmen, waagde nog een laatste ‘oehoewwww’. Niks meer, behalve de honden, die zelfs in huis weer voorzichtig aansloegen.
Een eind verderop gingen even later de lichten uit. De maan verdween langzaam achter het rotsmassief in de verte. Ik blies een laatste ademwolkje de koude nachtlucht in en ging flink verkleumd naar binnen.
“Morgen is er weer een nacht”, zei de echtgenoot troostend terwijl hij me een hartverwarmend slaapmutsje inschonk, “maar mag het dan wat zàchter?”
Deel dit artikel
Meer inspiratie?
Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.