BONJOUR

Welkom op onze vernieuwde site

Met deze website zijn Côte & Provence en Kijk, Zuid-Frankrijk! samengevoegd. We werken nog aan het overzetten van informatie en het toevoegen van functies. In de loop van dit najaar is alles afgerond en inspireren we je nog uitgebreider over Zuid-Frankrijk. Nog even geduld!

Team Côte & Provence

Columns

Nooit meer post

la-poste-565x250
Ik heb ruzie met de posteuze. Ik vond het altijd al een arrogant rotwijf, maar omwille van de postbezorging heb ik me tot vorige week ingehouden. Hier op het platteland ben je nogal afhankelijk van de willekeur van de jou toebedeelde postbezorger(in). En jarenlang hadden we niks te klagen. Joël was weliswaar niet de stiptheid zelve -hij werd op zijn route iets te vaak afgeleid door een aangeboden glas plus bijbehorend praatje- maar uiteindelijk kwam hij toch wel langs gelaveerd. In al die jaren dat hij onze post bezorgde kregen we die ook op de dag die daarvoor bedoeld was, zelfs de ochtendkrant, al was het vaak pas aan het eind van de middag. Joël -een droeve druipsnor op leeftijd- was getrouwd met een helleveeg die hem al een huwelijksleven lang sarde, waardoor zijn rondes als vanzelf steeds langer werden om maar niet terug naar huis te hoeven. Joël had één grote liefde: z’n vaalbruine poedeltje dat hem altijd, parmantig op schoot gezeten, vergezelde. Ook Bonbonne was liever van huis dan thuis.
Op zekere dag ging de vrouw van Joël dood. Baas en hondje leefden op. En ik moest er aan wennen dat de post ineens aan het eind van de ochtend werd bezorgd door een vrolijk claxonnerende, fris geschoren, nuchtere postbeambte.
Maar na een paar maanden ging het mis met Bonbonne. “Elle est een peu fatigué”, zei Joël in het begin eufemistisch en tegen beter weten in, terwijl hij het kwijnende hondje over het amechtig hijgende kopje aaide. Na nog een paar maanden was het afgelopen; Bonbonne overleed aan een of andere vage vorm van hondenkanker. Joël was kapot van verdriet, een ander hondje wilde hij niet. Hij greep weer naar de fles en op een avond die ik nooit zal vergeten, stond zijn R4tje op het bruggetje naar het dorp. Ik was er bijna bovenop geknald. Mijn man stapte uit en reed het wagentje met de starnakel bezopen postbaron naar z’n huis. Na een halfuurtje te voet stapte hij weer bij me in. Hij had voor het eerst van zijn leven een oudere man naar bed gebracht. Hij was ontdaan.
In de maanden die volgden werden de rondes van Joël langer en langer, en op zekere dag kwam hij helemaal niet meer. Via via hoorden we dat hij in bad was gestapt, de stekker van het broodrooster in het stopcontact had geplugd en het rooster naast zich in de kuip had laten plonzen. We waren er allemaal, op de begrafenis. We volgden de kist vanaf de kerk bovenin het dorp naar het bescheiden kerkhofje onderaan de ‘Grand’Rue’. Daarna nam het dorp gepast afscheid in het café, ‘bien arrosé’, dat spreekt.
Sindsdien moeten we het doen met een posteuze die haar eigen deeltijdbaan heeft gecreëerd: ze legt alleen aan als ze er echt niet meer onderuit kan. Wat betekent dat de dagkrant zo’n twee, drie keer per week wordt bezorgd. Als we geluk hebben. En pakketjes moeten per definitie op het postkantoor van het dorp worden afgehaald. Daar kon ik mee leven, al had ik het liever iets efficiënter gezien, ‘mais vous êtes en France’, nietwaar.
Tot ik vorige week een cheque in de brievenbus vond. Van 3-Suisses. Ik had daar zo’n zes weken eerder een espresso-machine besteld omdat de huidige het begeven had. Niks bijzonders, gewoon op voorraad. Via ‘suivi de commande’ kon ik zien waar dat apparaat uithing. Het ging van 3-Suisses naar het ‘plateforme’ van de post ergens in de buurt van Parijs, vervolgens naar het ‘plateforme’ in de regio, en daarna hield het op. Ik ging er vanuit dat het pakket dus wel ergens in de buurt zou zijn en eerdaags zou worden afgeleverd. In blije verwachting lag ik elke dag achter de brievenbus. Maar er kwam niks. Ook geen briefje in de bus dat madame was langs geweest maar me niet thuis had getroffen, dus dat ik het pakket op het dorpspostkantoor kon komen afhalen. En toen kwam die cheque. Omdat ‘votre colis nous est revenu sans que vous en ayez pris possession’. Nog een hele opluchting dat ik keurig een chèque kreeg toegestuurd.
Bon, ik bestelde opnieuw een koffiemachine, bij Darty dit keer. Zelfde apparaat, tientje duurder, bezorging verzekerd. Dus lag ik opnieuw dagen achter de brievenbus. Via ‘suivi de commande’ wist ik precies waar mijn machine uithing. Er kwam niks, weer niks. Na een dag of wat belde ik het postkantoor op het dorp. “Biensûr madame, uw colis staat hier. Daar heeft u toch een ‘notice’ van in de brievenbus gekregen?”
Het espresso-apparaat staat intussen op het aanrecht, we hebben weer adequate koffie. En de posteuze weet inmiddels dat ik boos ben, ze weet ook dat haar baas dat weet.
Maar vandaag kreeg ik geen post, ook geen krant. En waarschijnlijk krijg ik nooit meer post. Ik kijk het nog een weekje aan. Dan ga ik naar het postkantoortje op het dorp. En dan huur ik daar een van de twaalf postbusjes waarvan er altijd wel zo’n elf vrij zijn. Met m’n eigen sleuteltje kan ik dan zomaar langs de rij, nou ja, het rijtje, bejaarde dorpsroddelaars sluipen om zonder obstructie van het bezorgloeder mijn post te bemachtigen. Intussen heb ik een heel indrukwekkende brief aan de ‘directeur de la poste’ geschreven. Die ik nooit zal versturen. Wegens zinloos. Maar het luchtte op. Ik kan toch moeilijk de banden van een geel postautootje lek steken dat nooit meer bij mijn brievenbus zal stoppen?

Meer inspiratie?

Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.