BONJOUR

Welkom op onze vernieuwde site

Met deze website zijn Côte & Provence en Kijk, Zuid-Frankrijk! samengevoegd. We werken nog aan het overzetten van informatie en het toevoegen van functies. In de loop van dit najaar is alles afgerond en inspireren we je nog uitgebreider over Zuid-Frankrijk. Nog even geduld!

Team Côte & Provence

Columns

Pasen valt veel te laat

Het was prachtig weer op de officiële nieuwjaarsdag. Maar in ons dorp is het op 1 januari nog lang geen nieuwjaar. Onze herstart is pas tegen pasen. Dan zijn onze 2 restaurantjes weer open en wenken de parasols op het café-terras. Tijdens ons dagelijks apéro-conclaaf maakte pastoor Henri een vermoeide indruk. Zoals altijd die laatste week van het jaar, het was weer slopend geweest. Nu alleen nog Driekoningen en dan zat het er tot pasen wel weer zo’n beetje op. Opgelucht vertelde hij dat pasen dit jaar lekker laat valt, 20 april pas.

Die openbaring leidde in ons vaste gezelschapje van wereldbeschouwers tot grote onrust. Pasen pas in de 2e helft van april? Dan pas de eerste toeristen? Dus dan ook pas de resto’s weer open? Dan pas het dorp zoals het hoort? In het voorbije jaar hadden we nieuwsjaarsdag al rond 20 maart gevierd, als we ons niet vergisten. En dan nu een maand later?

De Brulboei was de eerste die over résisitance (verzet) begon. We gingen dit never nooit niet accepteren. Zoals altijd droeg zijn stem ver en hij verlangde op hoge toon te vernemen welke gek bepaalt wanneer het pasen is. De Pens uit Amiens, de corpulente ex-onderwijzer uit het kille noorden en tevens de enige intellectueel van het dorp, begon aan een referaat over pasen. Hij werd al na 2 ingewikkelde zinnen onderbroken door mijn vriend Francies de aannemer. Die zich nadrukkelijk aansloot bij de Brulboei: er moest iets gebeuren. Hij stond op, liep het café in en kwam na amper vijf minuten met een pichet rosé weer naar buiten. “Geregeld”, zei hij, onverstoorbaar als bijna altijd. Hij had afgesproken dat de parsols op het terras zouden staan, op dag één dat het weer dat toeliet. Hij gokte op half maart.

En de heropening van de restaurantjes? De net aangeschoven Raymond, de burgemeester, zegde toe er persoonlijk werk van te maken.

De rust was nog maar net hersteld toen de jonge president van het Office du Toerisme kwam aangehold. Zijn bureau is  weliswaar tot pasen dicht, maar hij was gebeld door een collega uit Hyères. Kersttoeristen aan de kust wilden met een bus het arrière-pays verkennen. Of er in ons dorp aangelegd kon worden? Waarom bij ons? Nou, we staan op de lijst van villages de caractère. Dus best aardig, maar niet mooi genoeg voor een plekje in de eredivisie van les plus beaux villages. Ik moet eerlijk zeggen: als je er woont, valt dat caractère niet zo op. Volgens mij slaat dat eerder op mijn dorpsgenoten.

“Laar maar komen”, zei de burgemeester. “Maar waarschuw dat we niets te eten hebben, alleen iets te drinken.”

“Wanneer is het zover?”, informeerde Francies.

“Morgen, iets van midi”, onthulde de president.

“Goed zo”, grijnsde de Brulboei, “we zullen er zijn.” In zijn beleving is toerisme de achtste hoofdzonde.

Meer inspiratie?

Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.