Recept van de week: Lou Chaudèu, Paasbrood uit Nice

Uit het rijke kookschrift van Renée Vonk-Hagtingius: een niet echt ingewikkeld recept voor 4 personen. De ingrediënten zijn ook in Nederland en België verkrijgbaar.
Tja, dat gaat dus niet meer hè, een lamsbout in de oven schuiven voor Pasen. Niet als dat lammetje net nog aan je vingers heeft gelikt in je eigen achtertuin (lees hier) om daarna in totale onwetendheid van het hele Paasgebeuren dartel weg te huppelen naar nog zo’n stelletje wolbalen in wording. Je zou er vegetarisch van worden. In elk geval voor mij geen Paasbout dit weekeinde. En dus ook geen bijbehorend recept. In plaats daarvan wordt het een brioche, ook heel Pasig en heel smakelijk om de dag mee te beginnen. Een soort van zoet broodje met een gekookt ei in het midden, je zou het een alternatief eierdopje kunnen noemen dat je samen met je ochtendeitje opeet. In de oorspronkelijke versie uit Nice – Lou Chaudèu – die stamt uit de Middeleeuwen, worden die eieren gekookt in water met diverse kleur-gevers (spinazie voor groen, bieten voor rood, uien met saffraan voor geel enz.) en gaan ze mee de oven in. Tegenwoordig wordt er voedselverf voor gebruikt. Vind ik helemaal niks. Ik bak liever de broches zònder, en kook de eieren apart (hard of zacht, naar ieders wens) en zonder kleurtje, dat doorgaans niet tot de schaal beperkt blijft maar ook het eiwit mee ‘verft’ en afgeeft op het briochebrood.
Ingrediënten
- 600 gram bloem
- 100 gram suiker
- 75 gram boter op kamertemperatuur
- 1 zakje korrelgist
- 20 cl lauwe melk
- 3 eetlepels eau de fleur d’oranger (oranjebloesemwater)
- 2 losgeklopte eieren
- 1 snufje zout
- 1 ei, losgeklopt met 1 eetlepel water
- 6 eieren
- ahornsiroop (of andere siroop)
- gekleurde hagelslag o.i.d.
- olijfolie
Bereiding
Meng in een ruime kom de bloem, de gist, de lauwe melk, het oranjebloesemwater, de boter, de 2 losgeklopte eieren, de suiker en een snufje zout door elkaar. Kneed het mengsel tot een stevige deegbal die niet meer aan de vingers blijft plakken. Vet en tweede kom in met wat olijfolie, leg het deeg erin, dek de kom af met een theedoek en laat het een uur rusten. Kneed het deeg opnieuw en verdeel het in 12 gelijke stukken, rol die uit tot ‘knakworstjes’dikte, en vlecht ze twee aan twee aan elkaar. Plak de uiteinden aan elkaar vast, zodat je een rondje krijgt; zeg maar, een gevlochten doughnut met zo’n gat in het midden. Vet een bakblik in, of bedek het met bakpapier. Leg de deegrondjes erop, bedek ze met de theedoek en laat ze nog een uurtje rijzen. Verhit de oven voor op 180 °C. Bestrijk de deegrondjes met losgeklopt ei, zet de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven en laat de brioches in 20-25 minuten goudbruin en gaar worden. Haal ze uit de oven, leg ze op een rooster, bestrijk ze met wat siroop en strooi er wat gekleurde hagelslag, amandelschaafsel, of andere decoratie over en laat ze verder afkoelen. Kook intussen de eieren op de gewenste gaarte, leg in het midden van elk van de brioches een ei en serveer meteen.