BONJOUR

Welkom op onze vernieuwde site

Met deze website zijn Côte & Provence en Kijk, Zuid-Frankrijk! samengevoegd. We werken nog aan het overzetten van informatie en het toevoegen van functies. In de loop van dit najaar is alles afgerond en inspireren we je nog uitgebreider over Zuid-Frankrijk. Nog even geduld!

Team Côte & Provence

Columns

Warzone!

armeeBeetje rare dag gisteren. Zelfs al heeft de computer zichzelf manmoedig achterwaarts gezet, dan nog wil het begrip wintertijd er bij mij niet in. Niet in het hoofd, en niet in het lijf. Misschien is het wensgedrag, maar beide blijven gewoon vasthouden aan de zomertijd. Bijgevolg zat ik gisterenmorgen om half elf aan het gebruikelijke aperitief van half twaalf. En vroeg m’n maag zich al om twaalf uur af of het niet eens tijd werd voor de lunch die normaliter rond een uur of één gepland staat. Ik keek naar de zomertijd op mijn horloge en gaf ‘m gelijk. Aanpassen aan onzin die door overheden wordt opgelegd onder het mom van zogenaamde energiebesparing is niet m’n sterkste punt. Rebellie is wel het minste verweer, al gaat het maar om een tegendraads horloge of een opspelende maag. Mijn echtgenoot -van de génération Paris ‘68, beroepsdwarsligger en hoe dan ook tegen elke vorm van overheidsbemoeienis- denkt er net zo over. Maar we kregen gasten die wel aan wintertijd doen, onze Britse buren. Die hebben sinds ze hier wonen al genoeg moeite om hun vertrouwde Greenwich-time, waarvan ze altijd wel een uurtje kwijt zijn op het Europese vasteland, in hun tegenwoordige tijdsbesef te integreren.
We wachtten dus nog maar even en schonken een extra glaasje in. Het was een mooie dag, de mistral was gaan liggen en de vallei ver beneden ons lag er vredig bij: een mooi mijmermoment. Gevloek en getier, plus motorische pokkenherrie, maakten daar snel een einde aan. We schreven het in eerste instantie toe aan een slokje teveel op een lege maag; vast een hallucinatie. Maar inmiddels donderde en dreunde het. We besloten polshoogte te gaan nemen. En vervolgens besloten we dat we waarschijnlijk inderdaad te ruimhartig hadden ingeschonken. Bovenaan het paadje van ons huis naar het smalle slingerweggetje dat de verbinding met de buitenwereld mogelijk maakt, stond een pantserwagen van l’armée française. Klemvast in de krappe bocht tussen de oude waterput, de hoogbejaarde eik en het muurtje ‘en pierre sec’ die daar het weggetje tot een absolute ‘piège’ versmallen voor wat ruimer bemeten verkeer. Zo’n gevechtsvoertuig kan er onmogelijk langs. Al was de rood aangelopen commandant dat blijkbaar wel van plan, gezien het woest heen en weer rammen van zijn legermobiel.
“Nooit geweten dat de wintertijd met zoveel geweld moet worden afgedwongen”, grapte ik tegen mijn man. Die blikte bedenkelijk serieus terug.
“Kijk even achter je.”
Daar stond de rest van de colonne die gedacht had deze sluiproute in de legeroefening te moeten opnemen. We waren dit soort divisies al eerder tegengekomen. Ze stonden vorige week onder aan het dorp in het gelid opgesteld terwijl de bemanning op een naastgelegen weiland de benen strekte. Ze denderden een dag of wat daarvoor in het naburige dorp langs het eethuisje waar we met een goede vriend van een rustige lunch meenden te genieten. En nu dit weer.
Goed, we wonen in de buurt van het grootste militaire oefenterrein van Europa. En ja, er moet vast veel geoefend worden nu de Franse troepen worden ingezet in conflicten in Mali, de Centraal Afrikaanse Republiek, Syrië en Irak. Dat er daarom ’s avonds en ’s nachts helikopters door de stilte scheuren, er op ooghoogte straaljagers langs janken en de ruiten regelmatig bijna uit de sponningen rammelen door zwaar mortiergebulder weten we zo langzamerhand wel, al zal het nooit wennen. Maar om nou op een eindelijk eens vredige zondagmiddag godbetert ook nog met je hele militaire circus m’n bergpaadje plat te komen walsen voor een ‘levensechte oefening tussen de burgerbevolking’ gaat me te ver. Voor zover ik weet beschikt het enorme legerterrein in de bergen over diverse dorpjes waar je net zo goed kunt oefenen. Die zijn indertijd geconfisqueerd, en ontruimd door de overheid, ondanks felle dorpsprotesten; de dorpsbewoners leven nu onder meer in de HLM (de sociale woningwijk) onderaan ons dorp.
Ik zou dus eigenlijk niet moeten klagen, in vergelijking woon ik riant, en ik kan me verkneukelen over zo’n legerhoofdman die op mijn bergpaadje vast komt te zitten. Kon, moet ik zeggen. Want het lachen is me vergaan. Het muurtje ‘en pierre sec’ is plat gewalst, de waterput ingestort en de oude eik zwaar beschadigd. De rest van de colonne had vrije doorgang toen het opperhoofd zijn vehikel eindelijk had bevrijd. Er kon geen excuusje af.
En dat gaat me dus te ver. Hoezo kan het leger -de overheid dus- schaamteloos en zonder enige aankondiging de neutrale civiele omgeving rondom een oefenterrein inlijven en er ongegeneerd militaire manoeuvres uitvoeren tussen de van niets wetende burgerbevolking? Wat geeft een overheid het recht om onze leefomgeving te veranderen in een ‘warzone’, inclusief ‘collatoral damage’?
Britse buurman Harry kwam nog net op tijd aangehijgd om met z’n onafscheidelijke iPhone bewijsmateriaal van de verdwijnende colonne te schieten. “Let’s sue them!” sprak hij strijdlustig.
Lijkt me tamelijk kansloos. Waterput, eik en muurtje zijn niet van ons of van de buren, eigenlijk zijn ze van niemand. Ze stonden daar gewoon al eeuwen pittoresk te wezen en het landschap te verfraaien. Tot gisteren dan, toen die houwdegen met bruut geweld een einde maakte aan dat stukje patrimoine.
Ik denk niet dat er op overheidsniveau iemand van wakker ligt. Net zo min als van die aan flarden geschoten oefendorpjes op dat enorme legerterrein in de bergen. Of van hun bewoners.
“Let’s have lunch”, zei ik tegen Harry, “and I’ll tell you a story.”
Die middag viel hij een beetje van z’n romantische Frankrijk-geloof af.

Meer inspiratie?

Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.