BONJOUR

Welkom op onze vernieuwde site

Met deze website zijn Côte & Provence en Kijk, Zuid-Frankrijk! samengevoegd. We werken nog aan het overzetten van informatie en het toevoegen van functies. In de loop van dit najaar is alles afgerond en inspireren we je nog uitgebreider over Zuid-Frankrijk. Nog even geduld!

Team Côte & Provence

Columns

Zo onderga je de Provence

Nee, vlot ging het allemaal niet. Maar nadat de overtuiging had postgevat dat ik kennelijk niet zo’n toerist was die alleen maar voor een paar weken zomervakantie in het dorp had rondgehangen, won de wederzijdse nieuwsgierigheid het van de argwaan. Ik had (voor mijn doen) al wel snel een paar Provençaalse wetmatigheden ontdekt en voor de zekerheid op enigerlei harde schijf opgeslagen. Zoals dat het café letterlijk de huiskamer van zo’n afgelegen dorpje (negenhonderd inwoners) is.

Voor de eerste verkennende gesprekken was ik aangewezen op de drie papy’s (opa’s) die er elke dag vergezeld van een glas pastis (of twee) een kaartspelletje deden. Ze riepen me erbij, maar van de ongetwijfeld pré-historische spelregels snapte ik minder dan een dom konijntje voor autokoplampen. Nou ja, het zal wel zo wezen dat de Romeinen met dit spelletje zijn komen aanwaaien; zo ongeveer alles in de Provence hebben we aan die pasta-fanatici te danken. Van de wijnbouw tot ‘Frans’ erfgoed. Die imposante Pont du Gard is dus gewoon door de Romeinen even in elkaar geschroefd. Nu door de Offices du Tourisme, tot en met de regering in Parijs, ‘verkocht’ als een toonbeeld van Franse brille. In mijn dorpje ken ik iemand die met het oog op ‘toen’ nog steeds liever Fiat dan Citroën rijdt. Om de een of andere reden spreekt me dat wel aan. Hij is één van die papy’s, met wie ik in het begin in gesprek raakte. Nou ja, gesprek? Als je meent dat je best een mondje Frans spreekt, kom je in een Provençaals gehucht al gauw van een kouwe kermis en tevens bedrogen thuis. Het Provençaals omvat een reeks (vaak lokale) dialecten, weet ik nu. Elke zomer weer humor als de Parijse toeristische chic tot de ontdekking komt dat ze zich in hun eigen land nauwelijks verstaanbaar kunnen maken. En nee, op een taalhulpje uit het dorp kan beter niet gerekend worden.

Het was een voorzichtig, aftastend begin, mijn entree in het dorp. Inmiddels, vele jaren verder, hoor ik er wel zo’n beetje bij. En mag (of eerder: moet) ik meedoen. Echt bevriend geraakt met uiteenlopende types als de Marokaan Bouchemar, die zich alleen in het weekeinde buitengewoon onderhorig betoont aan Sire Alcohol; het scheelde niet veel of hij had in een doordrenkte situatie bijna het hele dorp in de hens gezet. We namen het ’m niet kwalijk. We zijn allemaal weleens onvoorzichtig. Ik ben meegeweest met mijn beste vriend, de aannemer Francies. Die vroeg een keer of ik trek had in illegaal gestookte eau-de-vie. Een kwartier later reden we al in het pikkedonker in zijn Peugeot pick-up, die De Gaulle nog heeft meegemaakt, naar een boerderijtje waar we verwelkomd werden door een herdershond met zwaailicht en sirene. Nadat we waren goedgekeurd, kochten we voor een habbekrats een stuk of tien fessen, Marc de Provence, de eau-de-vie van de streek. Volgens mij kunnen cognac en armagnac er eigenlijk niet tegenop.

Ik raakte tot mijn verbijstering ook bevriend met de pastoor. Je kunt dan wel atheïst zijn, maar met roomse functionarissen valt best mooie verhalen te delen. Ook pas in de Provence geleerd. Blijft mijn vraag waarom zulke mensen altijd voor rouge kiezen. In plaats van voor onze topper rosé. Ik had het antwoord graag willen horen. Maar mijn vriend bleek ineens overgeplaatst. Iets met een kerkelijk schandaal. Of zoiets. In het café lieten we het erbij. Alleen de altijd kritische Pens uit Amiens, de corpulente ex-onderwijzer uit het noorden, die tot zijn verdriet onder dwang van zijn vrouw zijn laatste jaren in de Provence moet doorbrengen, had wel trek in een debat over de paus en zo. Verder niemand. We herinnerden ons liever het spontane feestje toen de pastoor op ons verzoek een Vlaams koppel dat maar steeds aarzelde over een huwelijk, gewoon op het café-terras met zegeningen en al zogenaamd in de echt verbond. Het was zomaar een warme zaterdagmiddag die je niet gauw vergeet.

De voornaamste lessen na zoveel jaren in dit gebied? Simpel. Voor alles wat je wilt of moet weten: in het café vind je het antwoord. Ze (ondertussen we) weten daar alles, en anders weten we het beter. In elk geval beter dan de regeltjes-fetisjisten van de mairie. En inburgeren lukt uiteindelijk het beste in de dorpskroeg. Elke dag een reünie van prima volk. In het dorp gebeurt nooit iets, maar er is toch altijd heel veel te bespreken. Wat dan? Dat weet ik eigenlijk ook niet.

Meer inspiratie?

Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.