BONJOUR

Welkom op onze vernieuwde site

Met deze website zijn Côte & Provence en Kijk, Zuid-Frankrijk! samengevoegd. We werken nog aan het overzetten van informatie en het toevoegen van functies. In de loop van dit najaar is alles afgerond en inspireren we je nog uitgebreider over Zuid-Frankrijk. Nog even geduld!

Team Côte & Provence

Columns

Zo trek je dus nooit van Drees

In mijn dorp ken ik iedereen en dus ook de beetje zonderlinge Nederlander Jan Zonderland, die hier nog langer verblijft dan ik. Nee, ik mag zijn echte naam niet zeggen, en ook niet dat ie hier ‘woont’. Mag ik trouwens ook niet zeggen van mijn man; de heren hebben in eigen waarneming slechts een ‘verblijfstatus’. Deze twee halstarrige Haarlemmers liepen elkaar hier vele jaren geleden per ongeluk tegen het lijf, hebben allebei iets tegen Sarkozy (“zeg maar, veel”) in het bijzonder en tegen de rest van Frankrijk in het algemeen. Dus ‘verblijven’ ze hier slechts. Die nuance achten ze van belang, mij lijkt het onzin. Ik ben meer van ´home is where the heart is´; zolang ik me ergens prettig voel, blijft het koffertje op, en de beknopte garderobe in de kast.
Zoals zo vaak kwam Jan van de week onverhoeds even langs om zijn weekblad Marianne te ruilen tegen onze Figaro Magazine, en Elsevier, en de weekendbijlagen van NRC; de Canard Enchainé en de Libération heeft ie zelf ook, dus dat hoeft niet. Je zou kunnen zeggen dat we de antiek-Nederlandse ´leesportefeuille´in ere houden.
Behalve over het weer dat hier -afgezien van de storm- tot nog toe meevalt, begon hij ter hoogte van het derde glaasje ineens over zijn aanstaande verjaardag. Hij zou binnenkort 65 worden.
Jan 65? Ik dacht eigenlijk dat hij een grapje maakte: z’n schrale verschijning had in de loop der jaren geen merkbare veranderingen ondergaan. En hij verdient nog steeds de kost met slecht betaald en zwaar tuinonderhoud. Met name debroussailleren (het met een bosmaaier te lijf gaan van de ongecontroleerd verwaarloosde wildernis rond (vaak tweede) huizen is loodzwaar werk. Daarnaast verdient hij zijn schamele huuroptrekje, met hand-en-spandiensten voor zijn 90-jarige huisbaas. ´Hippie après la lettre´, oordeelde een Rotterdamse vriendin toen ik haar een paar jaar geleden naar zijn huisje meenam. Zo had ik hem nog nooit bekeken. Vaak genoeg heb ik Jan bezig gezien met olijfbomen snoeien en schapen scheren, een welkome bijverdienste in het seizoen. Ook geen licht werk. Maar slijtage lijkt aan Jan voorbij te gaan, net als de jaren blijkbaar.
“ Jan”, zei mijn man die van de gekste dingen verstand denkt te hebben, “ als je 65 wordt, kun je in Nederland geld ophalen.”
“ Hoezo?”
“ AOW”, klonk het opgewekt. En een béétje sardonisch.
“Aha…” zei Jan, en zijn oogjes begonnen te glimmen. Want als er iets is waaraan Jan een nog grotere hekel heeft dan aan de Franse overheid, is het wel de Nederlandse. En als je dáár een grijpstuiver weg kunt halen, een grijpstuiver die je bovendien rechtens toekomt….
Dus ben ik nu al dagen bezig met de AOW van Jan, kwestie van amitié enzo.
Hij doet principieel niet aan internet, ook niet aan zo’n modernistische onzinuitvinding als een bankrekening.
Via de accountant kwam ik voor nadere info terecht bij een (of de?) Sociale Verzekeringsbank en ik kreeg zowaar een mailtje terug: ik moest bij de Front Office AOW zijn. Klonk goed. Weer gemaild: ik zou binnen 2 werkdagen een reactie ontvangen. En toe maar! Ik kreeg binnen de aangekondigde periode nog antwoord ook.
Maar wat stond er nou eigenlijk?
Ik (Jan dus) werd verwezen naar een zogeheten ‘pensioenorgaan’ in Picardië, Noord-Frankrijk. Pensioenorgaan? Daar krijg je toch een beetje rare associaties bij. Dat pensioenorgaan toch maar gebeld, of Jan daar echt aan het juiste adres was. Natuurlijk niet: er zijn er zo’n zestien, ons departement valt onder de afdeling Sud-Est. Maar voor ik dat had uitgevonden waren er ook ruimschoots zestien telefoonminuten verlopen. Bij de betreffende Caisse d´Assurance Retraite et de Santé au Travail (CARSAT) heel vertrouwd (Franse overheidsinstelling, nietwaar) opnieuw van het kastje naar de muur gestuurd. En weer terug.
Het zou gaan om EU-regels, heb ik intussen elders op internet achterhaald. Maar hoe dat dan in de praktijk moet?
“Laat maar zitten”, vond Jan. “Al dat gedoe voor die paar lullige rotcenten.”
Mijn man stelde nog voor Henk Kamp te bellen, de minister van AOW en nog zo het een en ander. En rekende intussen op de achterkant van mijn sigarendoos uit dat Jan ´recht´ zou hebben op een Nederlands staatspensioen van iets van 180 euri per maand. Ai, voor een kleinverdiener als Jan toch niet niks.
“ Ze geven het maar aan de voedselbanken”, zei Jan ruimhartig. “Ik red me wel.” Dat klopt, hij is bijzonder zelfredzaam en verder mag hij meedelen in de moestuin van zijn huisbaas, krijgt hij afgedankte kleding van klanten, stookt z’n eigen niet te zuipen ‘zuiveringswater’ zoals hij het zelf noemt, en fungeren wij zo’n beetje als noodopvang voor als het even écht niet gaat. Maar daar maakt hij liever geen gebruik van. Trots.
Maar of zijn staatspensioen ooit bij de voedselbanken terecht komt?
Mijn man zoekt -mede daarom- hardnekkig verder. Pensionado is hij trouwens nog lang niet, maar hij wil wel graag alvast achterhalen hoe hij te zijner tijd de AOW-uitkering krijgt waarvoor hij jaren in Nederland premie heeft betaald. Zegt hij.
Maar van die CARSAT verwacht hij eigenlijk net zo weinig als van de kunde van de Nederlandse overheid.
“Wordt nooit wat. ’t Is overal hetzelfde. Ik ging niet voor niks uit NL weg, en hier in Frankrijk heb ik het ook wel gehad.”
Eh, kan iemand even helpen? Ik wil hier graag nog een tijdje blijven…….

Meer inspiratie?

Dan hebben we een suggestie! Lees Côte & Provence magazine 4x per jaar met een eigen abonnement en ontvang een prachtig Frankrijkboek, of koop de actuele editie die nu in de winkel ligt.