Langs de waterkant kom je hier en daar nog stukjes dennenbos tegen en vooral veel restaurants en loungebars waar je dineert met je voeten in het water. Het aangename klimaat en de ideale ligging tussen Nice en Cannes maken van Juan-les-Pins een populair plekje aan de Côte d’Azur.
Erfgoed
Net op het randje van Cap d’Antibes zie je vanaf de haven Château de Juan-les-Pins, gebouwd rond 1860 voor koningin Emilie van Saksen. Niet een typisch kasteel zoals wij het kennen, maar een enorm paleis wat uit meer dan twintig kamers bestond met muren van maar liefst 1,5 meter dikte en omringd door weelderige Franse tuinen. Na de eerste Wereldoorlog ontdekten de Amerikanen Juan-les-Pins. Niet alleen kwamen ze overwinteren, ook in de zomer genoot men volop van de azuurblauwe zee.
Een beetje hoger vind je een klein orgineel château in de authentieke rode siennakleur, Villa la Vigie, ooit eigendom van Frank en Florence Jay Gould en waar wereldberoemde artietsen en schrijvers overnachtten: Jean Cocteau, Estée Lauder, Charlie Chaplin en Pablo Picasso. Ietsje verder staat het verfijnde Hôtel Belles-Rives, een eerbetoon aan schrijver Francis Scott Fitzgerald. In de jaren ‘20 omgebouwd tot het eerste hotel aan de Côte d’Azur met ‘les pieds dans l’eau’.
Bruisend nachtleven
Juan-les-Pins heeft haar imago als uitgaansstad hoog te houden: discotheken, casino’s en de vele bars zorgen voor een bruisend nachtleven op een paar meter van de zee.