Je kunt Salon-de-Provence door twee verschillende ingangen betreden. Aan de noordkant vind je de Tour de l’Horloge. Deze toren werd in 1630 neergezet en het is een mooie creatie om even bij stil te staan, van de bijzondere top tot de maanfasekaart onder de klok.
De andere ingang, Porte du Bourg Neuf, is aan de oostkant van de stad. Het is een grote brede toren met een stuk minder details dan de toren bij de noordelijke ingang en het geeft een goede representatie van hoe Salon-de-Provence er waarschijnlijk voor 1600 uit heeft gezien.
De stad zelf is prachtig om doorheen te lopen met verschillende Middeleeuwse en Provençaalse gebouwen, pleinen en fonteinen. Je vindt er natuurlijk Château de l’Emperi. Dit kasteel is in de tiende eeuw gebouwd en het voormalige verblijf van de aartsbisschoppen van Arles. Tijdens de Franse Revolutie werd het gebruikt als gevangenis en kazerne. Nu herbergt het collecties van kunst en militaire geschiedenis uit de tijd van Lodewijk XIV tot WO I. Verder is het ook nog een aanrader om de mooie gebouwen van het stadhuis en de Saint-Laurent kerk te bezichtigen.
Savon de Marseille
Iets waar Salon-de-Provence bekend om staat is de beroemde zeep Savon de Marseille, die van de olijven uit de omgeving worden gemaakt. Door de komst van onder andere wasmachines is het gebruik van deze zeep door de jaren heen verminderd, maar honderd jaar terug was het razend populair en werd het over de hele wereld verkocht. De oude fabriek Savonnerie Marius Fabre kun je nog bezoeken en je kunt een tour door het gebouw krijgen. Ook is er het museum van Savon de Marseille waar je meer te weten kunt komen over andere tradities en de geschiedenis van deze plaats.
Ook kun je een bezoekje brengen aan Savonnerie Rampal Latour, wat een andere oude zeepfabriek in de stad is. Net zoals Savonnerie Marius Fabre is deze fabriek er al sinds het begin van de twintigste eeuw.